shopping-bag 0
Items : 0
Subtotal : 0.00
View Cart Check Out

Opleidingsvisie 11×11

Algemeen

Na in de jeugdopleiding de stappen 2 tegen 2, 3 tegen 3, 5 tegen 5 en 8 tegen 8 te hebben doorlopen, leren de jongens en meisjes uiteindelijk voetballen in een 11 tegen 11 waarbij zonevoetbal centraal staat.

ZONEVOETBAL ALS OPLEIDINGSFILOSOFIE VAN DE KBVB en Voetbal Vlaanderen

Bij de 11 tegen 11 hanteren we het zonevoetbal als spelconcept.

Zonevoetbal is het collectief positiespel zowel bij balverlies als bij balbezit met als doel de tegenstrever te beheersen in de zone. Namelijk in de zone tussen de bal en het doel en in de volledige waarheidszone.

1: Voordelen en kenmerken van het zonevoetbal:

  • Een collectief geheel van 11 spelers is als team veel krachtiger dan de som van 11 individuen.
  • Er is een Evenwichtige verdeling en beperking van de fysieke inspanningen.
  • De verantwoordelijkheid wordt collectief gedeeld.
  • Zeer snelle omschakeling van balbezit naar balverlies en omgekeerd. Spelers kunnen elkaar blindelings vinden op het veld omdat men weet waar medespelers staan en lopen.

2: Zoneprincipes van het zonevoetbal.

Zoneprincipes bij balverlies:

  • Een defensief compact blok wordt opgericht om tegendoelpunten te voorkomen,  om druk te zetten en om samen snel  de bal opnieuw te veroveren,
  • De communicatie op het juiste moment speelt hierbij een belangrijke rol,
  • Een compact blok beperkt de speelruimte van de tegenstrever door de onderlinge afstanden tussen de eigen spelers en de linies klein te houden,
  • Een compact blok is mobiel, kan snel glijden en kantelen en zich aanpassen aan de bestaande weerstand,
  • er zich voldoende spelers in het centrum bevinden om tegenstrever korter te dekken,
  • een efficiënt blok sluit de directe speelhoeken af, belet de verticale en diagonale passing en blokt de voorzetten af.

Een Compact blok speelt Collectieve pressing:

  • Wanneer de bal tussen de zijlijn en het blok is, bij een meerderheidssituatie, op een zwakke tegenspeler, bij een moeilijke bal of enige aarzeling,
  • Om en rond de middellijn, maar ook op de helft van de tegenstrever met drang naar voor,
  • Achterste spelers, voornamelijk de centrale verdediger of verdedigende middenvelder, geven het startsignaal
  • De speelruimte wordt beperkt, de tegenstrevers worden vastgezet en de speelhoeken gesloten.

Stilstaande fases:

Hoekschop tegen, vrije trap tegen, inworp tegen, penalty tegen, doeltrap en aftrap tegen.

Afspraken worden gemaakt en getraind in wedstrijdvormen.

Zoneprincipes bij balbezit:

  1. De eigen speelruimte vergroten door het speelveld breed te houden.
  2. Aanspeelbaar zijn binnen de bezette zones.
  3. Aanspeelbaar worden door te bewegen zonder bal met andere woorden: vrijlopen, afhaken en loskomen, plaatswissels toepassen zoals kruisbewegingen, inschuiven om een meerderheidssituatie te creëren.
  4. Snel (evenwel met zo weinig mogelijk kans op balverlies) een nauwkeurige dieptepass of diagonale pass geven.
  5. De zwakke zone van de tegenstrever opzoeken door middel van een snelle balcirculatie.
  6. Steeds een doelpoging ondernemen bij werkelijke doelkans.
  7. Aandacht voor de Restverdediging: op het moment van balverlies anticiperen door een defensieve T van 3, 4 of 5 spelers te vormen en aan te houden in functie van het aantal spitsen van de tegenpartij.

Stilstaande fases:

Hoekschop voor, vrije trap voor, inworp voor,  penalty voor, doeltrap en aftrap voor.

Afspraken worden gemaakt en getraind in wedstrijdvormen.

3: VELDBEZETTING: 1-4-3-3 IN ZONE

Vaste nummers zorgen voor identificatie van een positie met specifieke functies en opdrachten:

  1. Doelman
  2. Rechterflankverdediger
  3. Rechter centrale verdediger
  4. Linker centrale verdediger
  5. Linker flankverdediger
  6. Rechter verdedigende middenvelder
  7. Rechter flankaanvaller
  8. Linker verdedigende middenvelder
  9. Centrumspits
  10. . Aanvallende middenvelder
  11. . Linker flankaanvaller

Veldbezetting is de  1 – 4 – 3 – 3 opstelling waarbij we te Royal Knokke FC bij voorkeur spelen met een driehoek met de punt vooruit,  met twee verdedigende middenvelders en een aanvallende middenvelder of bij uitzondering met de punt achteruit met twee aanvallende middenvelders en één verdedigende middenvelder.

Andere veldbezettingen kunnen worden aangeleerd vanaf de U17.

4: Enkele aandachtspunten bij de opbouw, het aanvallen en het beheersen van de waarheidszone:

Keuze voor diepte- boven breedtespel, zo weinig mogelijk achteruit spelen of naar de eigen keeper terugspelen.

De nadruk wordt gelegd op het individueel opeisen van de bal en nadrukkelijk aanwezig zijn in de wedstrijd. Communicatie op alle posities is hierbij belangrijk.

Bij de opbouw die meestal start bij de keeper kunnen we aanvallen door het centrum of via de flanken.

Flankverdedigers spelen flankaanvallers aan met een dieptepas of dubbel pas en dan diep. Centrale verdedigers spelen flankaanvallers aan met een cross.

Op de eigen helft zoeken we naar een aanspeelmogelijkheid in de centrale as om vervolgens de flanken van de tegenstrever te benutten via diagonale passing.

De spelers in de centrale as op het middenveld waken erover dat het spel op het gepaste moment wordt verlegd,  door de tegenovergestelde flank waar vrije ruimte is, aan te spelen.

Flankaanvallers houden de speelruimte breed of creëren ruimte voor de opkomende flankverdedigers door naar binnen te knijpen.

De centrale spits haakt af, kaatst, komt uit de rug van de tegenstrever en spurt naar de zone van de waarheid om te scoren.

Aandacht voor de infiltraties en strategische bezetting in de zone van de waarheid bij strakke ballen van op de flank.

Veiligheid voorzien bij het aanvallen door:

  • het opstellen van een restverdediging in de vorm van een omgekeerde T is belangrijk in functie van het aantal aanvallers van de tegenpartij
  • offensive marking.

5: Enkele aandachtspunten bij het verdedigen:

We zetten druk naar voor in functie van een collectieve balrecuperatie, ook op de helft van de tegenstrever.

Essentieel is dat op elk moment de posities van alle spelers worden bepaald door de bal en niet door de rechtstreekse tegenstrever.

Het middenveld leunt bij balverlies dicht bij de verdedigers aan. De loopafstanden bij balverlies zijn miniem.

Ook de doelman speelt een belangrijke rol. Hij is verantwoordelijk voor het opvangen van de dieptepas van de tegenstrever. Zowel verdedigend als bij de opbouw moet hij voortdurend coachen.

De basisidee is dat elke speler een zone afdekt in functie van zijn positie in het elftal en de positie van zijn rechtstreekse tegenstrever op dat moment.

Hoe dichter bij de eigen waarheidszone hoe korter de dekking van de tegenstrever in de eigen zone, zelfs mandekking in de zone in de eigen 16.

De verdediger moet in de mogelijkheid zijn om een pas te intercepteren en terzelfdertijd de directe weg naar het doel af te schermen.

De flankverdediger is verantwoordelijk voor de flankaanvaller in zijn zone. De andere flankverdediger sluit, en komt naar binnen tot ter hoogte van de 2de paal maar denkt in zijn rug.

De 4 verdedigers in lijn duwen op of zakken, kantelen en kunnen ook doordekken. Toch blijven er best drie verdedigers op lijn, die de centrale as afdekken. In principe komen verdedigers niet uit de lijn, waardoor ze ruimte weggeven in hun rug. Komt de centrale verdediger er toch uit, dan sluiten de beide flankverdedigers de centrale as door naar binnen te knijpen.

Indien de vleugelverdediger wordt geconfronteerd met een overtalsituatie, zal hij zich niet laten uitschakelen door uit te stappen maar zal hij remmend wijken ten opzichte van de balbezitter tot wanneer hij steun krijgt.

6: Voordelen van het 1-4-3-3 spelsysteem bij de jeugd

  • Een maximaal aantal mogelijkheden voor het “driehoekspel”.
  • Efficiënte bezetting van de te bespelen (bij balbezit) en te verdedigen ruimte (bij balverlies).
  • Bij het omschakelen van balbezit naar balverlies en omgekeerd kan men snel de posities aanpassen.
  • Verdedigen met vier in plaats van met drie verdedigers:
  • Gemakkelijker verdedigen van de breedte van het terrein,
  • Tegen 3 tegenaanvallers nog 1 speler over,
  • Uitverdedigen en inschuiven mogelijk door alle vier de verdedigers, hierdoor verbeteren de opbouwende kwaliteiten
  • Verbeteren van onderlinge coaching wanneer ze geconfronteerd worden met wisselende tegenstanders in hun zones.
  • Middenveld met 3 centrale middenvelders in driehoek opgesteld:
  • Terug spelverdelers opleiden (nr. 10),
  • Stimuleren van inschuiven en taakovername van verdedigende middenvelders (nr.6 en 8).
  • 3 aanvallers:
  • Creëren van meer aanspeelpunten vooraan in de voet,
  • Stimuleren van buitenspelers (nr.7 en nr.11) om te durven dribbelen,
  • Opleiden van de diepe spits als targetman, als diep vrijlopende aanvaller en als afwerker voor doel,
  • Aanmoedigen om creatieve voetbaloplossingen te vinden doordat er voor iedere aanvaller minder ruimte is.

Besluit

Zonevoetbal verbetert en stimuleert:

het lezen van de spelsituaties, het nadenken over voetbal,

het ‘decision making’ proces op het juiste moment,

het durven om initiatief te nemen en creatief te zijn,

het collectieve spel zowel defensief als offensief,

het communicatievermogen,

het concentratievermogen.

Zonevoetbal maakt voetballers compleet.

7 : SPELPRINCIPES EIGEN AAN R. KNOKKE FC

Spelprincipes zijn principes die gezamenlijk door de spelersgroep, in onderlinge samenwerking, zelfstandig worden uitgevoerd.

Deze spelprincipes worden uitgevoerd tijdens de wedstrijd, uiteindelijk zonder al te veel coaching.

Tijdens het voetbalseizoen 2019 – 2020 worden na overleg en onder leiding van de Technisch Directeur en de TVJO de spelprincipes bepaald die te Royal Knokke FC bij de 11 tegen 11 worden aangeleerd.

Vanaf de U15 en de U17 maar bovenal tijdens de Postformatie (U21) wordt op deze spelprincipes gefocust en wordt verwacht dat de spelers met overtuiging en zelfstandig de spelprincipes kunnen uitvoeren.


Spelregels